zondag 21 juli 2013

Afrikafestival @ Hertme (Nederland) – verslag zaterdag 6 juli

Foto's: Maarten Kerkhof

Tijdens het eerste weekend van juli vond in het Nederlandse Hertme voor de vijfentwintigste keer het Afrikafestival plaats. Bij de aftrap op zaterdagnamiddag was het Openluchttheater al flink gevuld. Stralend zomerweer en een ijzersterke affiche, wat wil een mens nog meer? Om het feestgehalte van dit jubileum op te drijven, werden een aantal kleppers uit het verleden opnieuw uitgenodigd, aangevuld met enkele grote namen uit de Afrikaanse muziekgeschiedenis die hier voor het eerst hun opwachting zouden maken. Een dergelijk concept biedt minder ruimte voor verrassingen, maar met King Ayisoba (Ghana) kreeg het publiek toch meteen een verfrissende nieuwkomer voorgeschoteld.

Foto's: Maarten Kerkhof

King Ayisoba is in zijn thuisland een hiplifefenomeen. Hiplife is een fusie van highlife met hiphop en King Ayisoba hanteert daarbij de kologo, een tweesnarige gitaar met een kalebas als klankkast. In combinatie met zijn grappige, schrille vocalen leidt dit tot een bijzonder aanstekelijke mix, zoals we onlangs op Music Meeting in Nijmegen even mochten ondervinden.

King Ayisoba (kologo en zang) wordt begeleid door drie muzikanten, waaronder zijn broer Abaadongo Adontanga op dorgo (een traditionele hoorn) en Ayuune Suley (kologo, kalebas en zang). Ze spelen o.a. Modern Ghanaians, My friend my friend en zijn grote hit I want to see you my father, allemaal terug te vinden op de LP Modern Ghanaians  (Makkum Records). Tussendoor zingt Ayuune Suley het mooie Who knows tomorrow. De Nederlander Arnold De Boer (Zea), bekend van The Ex, brengt als gast even een extra bezwerende punky edge binnen. Als opzwepende opener kan dit concert tellen!



Foto's: Maarten Kerkhof

Bassekou Kouyaté (Mali) was in 2007 al eens te gast in Hertme. Toen ging het om zijn eerste concert op Nederlandse bodem. Zes jaar en drie cd’s later mogen we hem gerust bij de grote namen uit Afrika rekenen. Hij creëerde een uniek geluid waarin de hoofdrol weggelegd is voor de traditionele ngoni en we zagen hem al regelmatig de pannen van het dak af spelen met zijn band Ngoni Ba. In de nieuw samengestelde groep figureren echtgenote Amy Sacko, twee zonen, twee broers en een neef, een heuse familieaangelegenheid dus.

Net zoals op Music Meeting staan ze samen garant voor een gestroomlijnde, uitgekiende set, maar de slechte klank fungeert deze keer wel als vervelende spelbreker. Met Tabali, opener van het debuutalbum Segu Blue (2007) krijgt het optreden een plechtstatige start mee. We genieten van Amy’s prachtige vocalen en Bassekou’s psychedelische ngonispel tijdens Jama Ko, het knappe titelnummer van de nieuwe cd. Een ander hoogtepunt serveren ze met Sinaly en zoon Moustafa tokkelt zich in de schijnwerpers in het gelijknamige nummer. Zijn verfijnde ngonisspel benadert de subtiliteit van een kora. Bij het Arabisch aandoende Musow, een nummer uit het tweede album I speak Fula (2009), lijkt het daarentegen alsof er een qanun langskomt. Bassekou zingt het bluesy Wagadou samen met zijn vrouw. Variatie troef dus, maar het concert verzandt teveel richting showcase van Bassekou’s meesterschap, met (weliswaar fotogenieke) poses en Ngoni Fola dient voor de zoveelste keer als vehikel voor een ellenlange voorstelling van de muzikanten. Ze beëindigen de set swingend en sterk met het korte Ne me fatigue pas, een verwijzing naar de onrustige situatie in Mali.



Foto: Maarten Kerkhof

Met Salif Keita (Mali) haalt de organisatie een echte topnaam binnen. We spreken hier immers over één van de allergrootste stemmen uit de Afrikaanse muziekwereld, die al diverse decennia zijn stempel drukt op de West-Afrikaanse muziek. Hij zong bijvoorbeeld in de jaren zestig/zeventig bij enkele legendarische groepen, met name de Rail Band en 'les Ambassadeurs'. In 2006 viel hij mij tegen op Sfinks. Van de mooi uitgebalanceerde arrangementen op de knappe albums Moffou (2002) en M’Bemba (2005) bleef live weinig overeind. Ik herinner mij vooral een loeihard concert, gelardeerd met cheesy keyboards en veel bombast. Zijn laatste met elektronica opgepimpte album Talé (2012) kan mij bovendien maar matig bekoren, dus ik was voorbereid op het ergste.

Salif Keita verschijnt met veel bravoure en leent vervolgens zijn monumentale stem een optreden lang voor  aanstekelijke afropopdeuntjes zoals Da (uit Talé), Seydou (uit La Difference, 2009) en het aan wijlen Cesaria Evora opgedragen Yamore (uit Moffou). Naast enkele muzikanten heeft hij een DJ meegebracht. Om speciale effectjes toe te voegen of eerder om te verdoezelen dat het merendeel van wat we te horen krijgen uit een doosje komt? Het bezorgt ondergetekende in elk geval een ongemakkelijk gevoel. De backingzangeres laat er alvast geen twijfel over bestaan dat ze werd ingehuurd om een beetje te dansen en te playbacken. Spelen de muzikanten live? Het probleem is dat je nooit met zekerheid kan onderscheiden wat echt is en wat nep, er zijn regelmatig instrumenten te horen (vb. accordeon) die nergens op het podium te bespeuren zijn. Boerenbedrog, een artiest van Salif Keita’s kaliber onwaardig! Alsof hij zich geen degelijke liveband kan permitteren! Een lichtpuntje volgt als hij even alleen overblijft op het podium en twee sobere nummers met zijn akoestische gitaar brengt, waaronder de oude klassieker Folon uit 1995. Eindelijk wordt dit optreden tot menselijke proporties herleid, zelfs de stem straalt nu een breekbare warmte uit. De set wordt afgerond met Madan, weliswaar in remix modus.



Foto's: Maarten Kerkhof
Neen, dan liever Bonga! Voor de derde keer reeds siert deze Godfather van de moderne Angolese muziek het podium in Hertme met zonnige, dansbare liedjes, doorspekt met melancholie. Bonga’s leven is onverbrekelijk verbonden met Angola’s strijd voor onafhankelijkheid en kritiek op corrupte machthebbers in het postkoloniale tijdperk. In zijn teksten neemt hij vooral geen blad voor de mond. Hij rijgt de hits vlotjes aan elkaar met zijn gekende rasperige stem en het typisch schurende geluid van de dikanza, soms afgewisseld met conga’s. De begeleidende muzikanten spelen gitaar, bas, drums en accordeon.

Dit is een voorbeeldig concert zonder show, spelletjes met het publiek of andere drukdoenerij, waar iets teveel artiesten zich dit weekend toe laten verleiden! De toehoorders wiegen mee met liedjes zoals Mulemba xangola, Marimbondo, Recordando pio, Agua Rara en Ngana ngonga. Hieronder kan je een fragment bekijken uit 2007, opgenomen tijdens zijn vorige passage in Hertme.



Foto's: Maarten Kerkhof
De laatste levende legende die zaterdag op het podium staat is Tony Allen (Nigeria). ‘Without Tony Allen, Afrobeat wouldn’t have existed’, dat zijn de woorden van wijlen Fela Kuti, grondlegger van de Afrobeat, een genre waarmee hij vanuit Nigeria een megaster werd vanaf de jaren zeventig. Tony Allen was een tiental jaren drummer bij Fela's Afrika 70’s, met wie hij in zijn gloriejaren meer dan dertig albums opnam. Eind jaren zeventig gaat hij zijn eigen weg, maakt eerst enkele solo albums onder auspiciën van Fela (gebundeld op de dubbelcd 'Afro Discobeat') en vormt vervolgens zijn eigen groep. Hij wordt bekend voor zijn vernieuwende stijl, een mix van vintage Afrobeat met andere genres zoals highlife, funk, soul, jazz, hiphop en een vleugje psychedelica.

In Hertme heeft de 73-jarige drummer een jonge groep bij. Het zijn niet dezelfde muzikanten waarmee hij in 2009 een feestje bouwde in het Zuiderpershuis. Onderkoeld steken ze van wal met Elewon Po (Too many prisoners) uit zijn laatste album Secret Agent (2009), gevolgd door Kindness (uit ‘Homecooking’), waarin het krachtige statement ‘Don’t take my kindness for weakness’ opduikt in een lekker broeierig en inventief arrangement, met enkele knappe psychedelische breaks. Tony Allen verkondigt zelf dat hij zich moet concentreren om de juiste groove te vinden. Zwoel kabbelt het concert verder tijdens Secret Agent, maar als zangeres Audrey Gbaguidi Ijo aanvat, begint er toch een beetje stoom te ontsnappen uit de fijnzinnig samengestelde cocktail. Je merkt trouwens dat de muzikanten hier geen nummertje opvoeren, maar ter plaatse genieten van hun creaties. Dit komt van binnenuit! Als de groep aanbeland is bij Black Voices save the African world zijn ze helemaal op dreef. Een geslaagde eerste festivaldag wordt afgesloten met Afro Disco Beat,  één van Tony Allen’s oude klassiekers.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten