dinsdag 31 juli 2012

Sfinks Mixed @ Boechout

Foto Narasirato: Pedro A. Pina 


Op zaterdag 28 juli zakten we af naar Boechout voor Sfinks Mixed. Sinds 1996 bezoeken we dit festival (op twee uitzonderingen na) jaarlijks (zie blogverslagen van 2011 en 2009). Ooit was Sfinks een baanbrekend wereldmuziekfestival, waarvan we euforisch huiswaarts keerden, enkele fantastische ontdekkingen rijker. Sfinks fungeerde als een soort hoogmis van de wereldmuziek, want je moest al helemaal naar WOMAD om vergelijkbare kwaliteit en variatie te vinden. De neergang werd ingezet met de afschaffing van het openluchtpodium in 2004. Sindsdien is Sfinks nog altijd heel gezellig, maar zo zijn er wel meer festivals. Teken aan de wand is ook dat de media hier stelselmatig op focussen, alsof de muziek eigenlijk een bijkomstigheid is. Daar wringt het schoentje. Vermits het bij ons wel degelijk om die muziek te doen is, blijven we de laatste jaren een beetje op onze honger zitten. We voelen ons genoodzaakt de lat lager te leggen door ons tevreden te stellen met minstens één topper per dag. En in die optiek mogen we dit jaar zeker van een geslaagde zaterdag spreken.

Met het rijkgeschakeerde timbre van Ricardo Ribeiro (Portugal) maakten we in 2009 kennis toen hij Rabih Abou Khalil (Libanon) vergezelde in Flagey (Brussel). Ze presenteerden daar hun gezamenlijke cd Em Portugues (zie concertverslag). Vorig jaar maakte Ricardo Ribeiro opnieuw indruk met Porta do Coraçao, een album vol pure fado. In de Clubtent wordt Ribeiro omringd door vier schitterende muzikanten. Het Ricardo Ribeiro Quintet bestaat uit Pedro Jóia (gitaren), Rui Borges Maia (fluit), Yuri Daniel (basgitaar) en Vicky Marques (drums). Het concert overtreft alle verwachtingen (die vanzelfsprekend al hooggespannen waren). Eerst presenteren Jóia en Ribeiro enkele sobere fadonummers, maar vanaf het moment dat de andere groepsleden hen vervoegen, schotelen ze het aandachtige publiek een verrassend gevarieerd gamma aan stijlen voor, die kaderen in hun nieuwe programma Mourarias. Het klinkt allemaal even verbluffend. We genieten o.a. van Balderrama, een Argentijnse Nuova Cancion (bekend van Mercedes Sosa), Como el Agua, een grote flamencohit van de betreurde Camaron de la Isla en de Arabische invloeden in A Morte Saiu à Rua, naar een thema van folkzanger José Afonso. Het quintet rondt af met een eigenzinnige interpretatie van Covilhã, een klassieker van Amalia Rodrigues, ook bekend in de versie van Bevinda. Kippenvel!



Nauwelijks bekomen van deze grandioze start, reppen we ons naar de Concerttent, waar Fatoumata Diawara al is begonnen aan haar set. Deze nachtegaal uit Mali heeft geen introductie nodig, ze kwam op deze blog al uitgebreid aan bod n.a.v. haar concert op het Afrikafestival in Hertme in 2010 (zie verslag). Sindsdien is haar ster flink aan het rijzen, haar debuutalbum Fatou (zie bespreking) werd door recensenten de hemel ingeprezen als het sterkste (wereldmuziek)album van 2011. Fatoumata heeft het gewoon! Sterke songs in combinatie met een onweerstaanbare, oogverblindende podiumpersoonlijkheid.We maken slechts een halfuurtje mee van haar concert, maar dit is niet dezelfde, sprankelende Fatoumata die we in Hertme aantroffen. Ik zou het optreden deze keer zelfs tam & routineus durven noemen. Het vlakke gitaarspel ontneemt de songs hun spankracht en subtiliteit. Ze lijken ineens inwisselbaar en zelfs wat banaal. In de loop van het volgende concertseizoen komen we Fatoumata nog tegen, hopelijk is ze tegen dan opnieuw in topvorm! Hier kan je een gedeelte van het toffe concert in Hertme bekijken.




We moeten Fatoumata voortijdig verlaten, omdat we uitkijken naar het concert in de Clubtent van Kayhan Kalhor & Erdal Erzincan. Kayhan Kalhor (Iran) kennen we als één van de ‘Masters of Persian Music’. Hij bespeelt de kamanche niet minder dan grandioos. In 2006 nam hij samen met Erdal Erzincan (Turkije), grootmeester op de baglama, het album The Wind op. Traditionele Perzische en Turkse melodieën en ritmes vormen de basis voor breed uitwaaierende improvisaties van een meeslepende schoonheid! Live komt de intensiteit van hun muzikale dialoog nog beter uit de verf, omdat je er als publiek echt deel van gaat uitmaken. De knappe opbouw leidt na een uurtje tot een opwindende apotheose, ongeveer zoals in onderstaand fragment. Magie!




Toe aan een adempauze laten we de ‘gypsy deathcore’ van Barons of Tang (Australië) in de Concerttent links liggen. Zouden de heren van Astillero Tango (Argentinië) de Clubtent in vuur en vlam kunnen zetten met hun rauwe tango? Mij laten ze in elk geval koud. Rauw betekent voor hen blijkbaar het met veel bombarie etaleren van een zogenaamde punky attitude door te pas en te onpas met strijkstokken te zwaaien of de pianotoetsen wild aan te slaan à la Jerry Lee Lewis. Even bestudeerd lekker heftig doen dus, mij vangen ze hier niet mee!

Dan liever de ongecompliceerde jongens van Red Baraat, een brassbandje uit New York dat door het centraal plaatsen van de Dhol drum frisser dan gemiddeld voor de dag komt. Ze noemen het zelf 'bhangra dhol ‘n’ brass'. Ambiance verzekerd met hun funky mix van bhangra en latin met een scheutje Bollywood. We herkennen o.a. onze favoriete Lollywood deun Dama Dam Mast Qalandar. Voeg hier in de toekomst nog een sterke zanger aan toe en het kan niet meer stuk.

Op wederom naar de Clubtent voor Emel Mathlouthi (Tunesië), want er werd ons verteld dat deze jonge zangeres wel eens voor dé revelatie van Sfinks 2012 zou kunnen zorgen. Haar debuutalbum Kelmti Horra kreeg alvast veel publiciteit in de gespecialiseerde media. Er is daarbij zelfs sprake van de stem van de Tunesische revolutie! Dat valt dik tegen, wat een lelijke, opgezwollen sound! Emel Mathlouthi heeft best een mooi stemmetje, maar de erbij gepresenteerde galm is echt niet te harden. Ingebed in logge, gedateerde synthesizers doet haar act nog het meest denken aan die van een ondermaats, bloedserieus gothicgroepje uit de jaren tachtig. Voeg daar nog wat meligheid à la Noa aan toe. Slechte smaak troef dus, met een ronduit lachwekkende belichting als kers op de taart. Na drie nummers is het meer dan tijd om de tent te ontvluchten. Wat een afgang!

Bij het naar buitengaan, merken we dat Stef Kamil Carlens en co. in de vlakbij gelegen Parlatent te gast zijn. Spijtig dat het gesprek en bijhorende miniconcert de mist ingaan, niet alleen omdat de microfoon te laag staat, maar vooral vanwege het opdringerige gedreun uit de Clubtent.

In de Concerttent maken Larry Harlow & The Gerardo Rosales Orchestra feat. Luisito Rosario zich op voor een ‘Tribute to the Fania Era’, het legendarische Amerikaanse platenlabel dat vooral in de jaren zestig geschiedenis schreef in het Salsawereldje. De groep maakt er zoals verwacht een swingend feestje van. Een oerdegelijk concert, niet minder maar ook niet meer! In elk geval goed om de beentjes even te strekken! Hieronder kan je ze bezig zien in Amsterdam.




Rest ons nog het laatavond programma. Een heel bijzondere groep werd uitgenodigd om het publiek in de Clubtent te vermaken. De leden van Narasirato (Solomon Eilanden) bespelen panfluiten en percussie, ongeveer volledig gemaakt uit Bamboe. Ze lijken regelrecht uit de rimboe weggeplukt. Mijn eerste indruk was van ‘oei, wat een gênant toeristenspektakel hebben ze nu binnengehaald’, maar al snel moest ik mijn mening herzien. We hebben hier wel degelijk met uitzonderlijke muzikanten te maken. De groep is al actief sinds de jaren negentig en een belangrijke verdienste die ze op hun naam mogen schrijven is dat ze de panfluit hip doen klinken. Dat instrument deed ons tot nu toe namelijk spontaan denken aan de kitsch van Gheorghe Zamfir of (nog erger) de zogenaamde Andesgroepjes die onze oren zo graag komen teisteren in de winkelstraten. De leden van Narasirato behoren tot de 'Are' Are bevolkingsgroep, die we terugvinden op het grootste eiland Malaita. Daar lopen wel meer bamboeorkesten rond, maar Narasirato is het beroemdste. ‘The hottest band of the Pacific’ overtuigt ook ons met frisse polyritmiek, verrassend warme klankkleuren en aanstekelijke liedjes. Schaamteloos, gestroomlijnd entertainment, jawel, maar je kan gewoon niet blijven stilzitten bij zoveel ontembare energie. Niet verwonderlijk dat ze overal furore maken! Hun laatste cd Warato'o bewijst dat Narasirato ook zonder de spectaculaire liveshow muzikaal moeiteloos overeind blijft. Hieronder kan je ze bewonderen tijdens hun doortocht op Womadelaide en in Japan.

 

Het is middernacht geweest en in de Concerttent doen die van Magic System (Ivoorkust) hun ding voor de liefhebbers. Persoonlijk vind ik dit platte commercie, Sfinks onwaardig. We zoeken de cocktailbar op ter afronding en bollen het af tijdens de videoshow van Addictive TV (UK). Het publiek staat erbij en kijkt er (in het beste geval) naar. De DJ's die namiddag de Cabana onveilig maakten, deden de boel veel beter stomen!

Tenslotte wil ik als randbemerking toevoegen dat de optredens in de Concerttent opvallend weinig animo bij het publiek losweekten. Wat een zee van plaats, waar is de tijd dat ik moeite moest doen om vooraan te geraken? Sfinks is nog maar een schim van wat het ooit was! En het ergste is dat de commerciëlere programmering weinig zoden aan de dijk brengt, extra publiek komt er zo te zien niet af op de Magic Systems van deze wereld. De meeste bezoekers is het om de toffe sfeer te doen, dus voor hen maakt het sowieso niet uit welke groepen er op het programma staan, maar bij slecht weer of concurrerende festivals laten ze het wel afweten. Spijtiger is dat de echte (wereld)muziekliefhebbers stelselmatig afhaken, omdat Sfinks zich kwalitatief alsmaar minder onderscheidt van doorsnee wereldse festivals. Laten we in die optiek hopen dat Sfinks niet op zijn laatste benen loopt!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten