Startpagina1 111111111111 Zaalconcerten 111111111 Zomerfestivals 11111111111 Luistertips 11111111111 Concertagenda 1111 11111111111 E-mail



maandag 21 juli 2014

Agathonas @ Art Base (Brussel)


U leest het goed! De in Griekenland wereldberoemde Agathonas Iakovidis trad vorig weekend op in Art Base (Brussel). Zijn opmerkelijke wilde (snor)haren is hij wel kwijt en ook zijn aanwezigheid op het Eurovisiesongfestival van 2013 is hopelijk definitief verwerkt. Agathonas fungeerde er als gimmick bij de jeugdige bende Koza Mostra, kwestie van hun dertien in een dozijn Balkanfolkpopdeuntje Alcohol is free een snuifje authenticiteit mee te geven. Niet dus… maar gelukkig gaat het om een fait divers in de rijke muzikale loopbaan van Agathonas. Sla zijn biografie open op Wikipedia of Skopos, grasduin in zijn discografie en stel vast dat deze muzikant uit Thessaloniki al vier decennia meegaat.  Rebetiko (Piraeus) en Smyrneika (Izmir & Klein-Azië) vormen de basis, maar gaandeweg sloop er meer variatie binnen in dit repertoire. Agathonas bewijst dat er onmiskenbaar raakvlakken zijn tussen stedelijke Rebetiko / Smyrneika en traditionele volksmuziekgenres zoals Dimotiko (van het Griekse vasteland) en Nisiotika (afkomstig van de eilanden).

Op zaterdag 12 juli maken we ons op voor een eersteklas concert. Agathonas (zang, bouzouki, baglama) wordt immers begeleid door Kyriakos Gouventas, de veelzijdige violist die we om de haverklap tegenkomen op Griekse cd’s en ook een tweetal keren live mochten meemaken op dezelfde locatie in het gezelschap van een onvergetelijke Solon Lekkas (Lesbos). Ook Benjamin Clement (gitaar) is van de partij. De zaak loopt snel vol en meer, maar wat had je gedacht bij zo een klinkende naam? Geen versterkers te bespeuren, we krijgen dus het voorrecht van een volledig akoestische set en daar houden we wel van. Dit durven enkel de echt groten en het risico van ‘slechte klank’ vervalt. Enkel het publiek kan hierin nog spelbreker zijn…. Geroezemoes en (luid) meezingen zouden in een dergelijke constellatie uit den boze moeten zijn, maar ceremoniemeester Frans De Clercq is vandaag bij hoge uitzondering niet fysiek aanwezig om hierop te wijzen.

Voor de pauze komt het optreden langzaam op gang, we noteren routineus afgewerkte Rebetiko evergreens, vooral in de Smyrneika variant, zoals Ti sou Lei van Panos Gavalas, Kato Sta Lemonadika en Omorfi Glikia Politissa van Kostas Roukounas en To Paichnidi Tou Amerikanou van Kostas Skarvelis, hier te beluisteren in de versie van Rita Abatzi. Deze nummers worden vanaf de eerste noot meegezongen door een deel van het (toch wel luidruchtige) publiek. Kyriakos Gouventas levert met zijn flamboyante vioolspel wel een manifeste meerwaarde. Tijdens Varetika to Nargile, een compositie van Vaggelis Papazoglou, hier te horen in de versie van Apostolos Nikolaidis, geraakt Agathonas himself vocaal stilaan op dreef (aman aman… jawel!) Ze ronden de eerste set af met Aivaliotiko, een Zeibekiko.

Tijdens het tweede gedeelte evolueert het concert naar een beklijvende kwaliteit en is Agathonas volledig warmgedraaid. De rumoerige toeschouwers hebben dit blijkbaar begrepen en houden zich nu wonderlijk kalm. Gelukkig, want op die manier genieten we voluit van Pente Manges stou Pirea ('Vijf kerels uit Piraeus') & Eleni Zondohira (Iovan Tsaous) en I varvara ('Barbara'), een controversieel lied van Panagiotis Toundas uit 1936,  hier te bewonderen in een plezante live uitvoering door George Dalaras (met politieagent). Pino kai metho ('Ik drink en word dronken') van Giannis Dragatsis is nog zo een klassieker. Er komen ook enkele instrumentale intermezzi langs in de vorm van Hasapiko (dansvorm uit Constantinopel) en volkse thema's uit de Dimotiko en Nisiotika, waarbij de beentjes van sommige toeschouwers los komen. Tijdens zo een liedje mag de serveerster van dienst haar natuurlijke zangtalenten manifesteren... van een aangename verrassing gesproken!

Het hoogtepunt? Zonder twijfel is dat gereserveerd voor de gedreven en originele bewerking van Partides (Manolis Chiotis). Het trio overgiet dit stuk met een flinke geut Gypsy swing, waarbij Kyriakos tekeer gaat als een reïncarnatie van de legendarische Stéphane Grappelli (compagnon de route van Django Reinhardt). Agathonas nodigt tenslotte enkele plaatselijke muzikanten uit op het podium om samen de tanden te zetten in  Sto Faliro Pou Plenese van Markos Vamvakaris. Het ziet ernaar uit dat ze vertrokken zijn voor een lange jamsessie. Kyriakos Gouventas en Benjamin Clement nemen toch sneller dan verwacht hun plaatsen opnieuw in voor de finale. Een stevig applaus en enkele bisnummers later keren we voldaan thuiswaarts na het zoveelste memorabele concert in Art Base.

www.agathonas.gr
www.gouventas.com

zondag 17 november 2013

Stelios Petrakis Quartet @ Art Base (Brussel)


Stelios Petrakis is vandaag één van de belangrijkste vertegenwoordigers van de traditionele muziek in Kreta. Hij ging in de leer bij Ross Daly, grootmeester op de lyra. Zijn knappe composities geven de traditionele Kretenzische muziek een fris, vernieuwend elan. Bovendien slaagt hij erin telkens topmuzikanten aan te trekken, zoals Giorgos Xylouris (zang, laouto) en de percussiegrootmeesters van het Chemirani Ensemble (Iran). In 2009 maakten Giorgos Xylouris en Stelios Petrakis  indruk tijdens een  memorabel concert in De Centrale (Gent) en in 2011 mochten we het duo opnieuw verwelkomen in De Bijloke, waar zij deel uitmaakten van het ‘Cretan Music Quartet’. Ook daar leverden ze een hoogstaand concert af (zie blogverslag).

Op woensdag 30 oktober trad Stelios Petrakis  (lyra, laouto, zang) op in Art Base met zijn Stelios Petrakis Quartet, dat verder bestaat uit Adonis Stavrakakis (mandoline, lyra, zang), Thanassis Mavrokostas (dans, fluit) en Giorgos Stavrakakis (laouto, zang).

Als we bij aankomst de vrijgemaakte dansvloer opmerken, maken we ons op voor een Kretenzisch feestje, we vermoeden dat Stelios zich voor de gelegenheid zal toespitsen op een wat luchtiger, populair repertoire. Niets is echter minder waar, het viertal slaat ons met verstomming en levert een topconcert af, vol superieure kwaliteit en verfijning! Stelios weet zich ook deze keer omringd door de allerbeste muzikanten. De set wordt bevolkt door eigen composities, die naadloos verweven worden met zorgvuldig geselecteerde traditionals uit Kreta's rijke muziekpatrimonium. Met een diepe roots als bagage vertrekken ze op een avontuurlijke trip die resulteert in sprankelende, hedendaagse muziek vol complexiteit. We genieten van de subtiele dynamiek tussen lyra en laouto, intense vocalen en sierlijke danspartijen. Nu eens rustig atmosferisch, dan weer snel en heftig, maar elk stuk brengt ons in vervoering. Dit is pure magie, het maakt daarbij niet uit dat we de teksten niet verstaan en er niet in slagen om titels te noteren, uitgezonderd een aangekondigde Mantinada (ochtendlied), Kretenzische poëzie in vijftien syllaben, uit de Venetiaanse renaissance.

En ...we zijn blij dat het kwartet deze klasse mocht tentoonspreiden voor een uiterst aandachtig en respectvol publiek! Bekijk hieronder enkele videofragmenten.



http://www.steliospetrakis.com
http://www.molpe-music.com/francais/artistes/stelios-petrakis
http://www.youtube.com/user/ufukluker/videos

vrijdag 15 november 2013

Atlantihda @ Cultuurcentrum Leopoldsburg


In het Cultuurcentrum Leopoldsburg worden liefhebbers van Portugese fado elk seizoen op hun wenken bediend. Zo kijken we uit naar de komst van de grote fadisto Helder Moutinho op 31 januari 2014.

Op dinsdag 15 oktober maakten we er kennis met Atlantihda. Vijf muzikanten en een fadozangeres proberen een fris, nieuw geluid te creëren door invloeden uit diverse Portugese folktradities met fado te combineren. Ze maken gebruik van een akoestisch instrumentarium met gitaren, accordeon, cello, fluit en Portugese percussie (Adufe) . In 2011 resulteerde dit in een mooi debuutalbum. Ondertussen heeft zangeres Gisela João de groep verlaten, ze werd vervangen door Barbara Passos. Deze frêle lolita met engelachtige, mysterieuze uitstraling beschikt over een minder uitgesproken, expressief fadotimbre dan haar voorgangster.

We herkennen enkele nummers uit het debuutalbum, maar in de set zitten vooral nieuwe liedjes. Barbara praat het geheel aan elkaar met aandoenlijk, kinderlijke bindteksten. Fado horen we hier niet echt in, daarvoor pakken ze het te vlak en gestileerd aan. Sporadisch roepen de repetitieve begeleiding en etherische, uitwaaierende vocalen herinneringen op aan Madredeus. Verder onthouden we het luchtige Madrugada de Silêncio en het knappe refreintje van 'Amor Meigo De Olhar' (hier te bekijken met de vorige zangeres Gisela João). We missen voor de rest meeslepende nummers die blijven hangen, waardoor het concert zelden boven de middelmaat uitstijgt. De vonk slaat niet over en de muzikanten kleuren braafjes binnen de lijntjes. Ook de speelse knipoog van andere vernieuwende groepen zoals Deolinda of Oquestrada ontbreekt. Als bis serveren ze een traditioneel feestliedje met veel percussie, maar zelfs dit blijft een bestudeerde, tamme stijloefening, ze slagen er niet in om het nummer de broodnodige volkse uitstraling mee te geven.

We mogen zonder twijfel spreken van een sympathiek groepje, maar een hoogvlieger kunnen we de passage van Atlantihda niet noemen.



















https://www.youtube.com/user/atlantihda/videos
https://myspace.com/atlantihda/music/songs

maandag 11 november 2013

Commandant Cadet & Les Pythons de la Fournaise @ Espace Senghor (Etterbeek)



Een jaartje geleden stootte ik toevallig op een mini-album  van Commandant Cadet & Les Pythons de la Fournaise en voelde meteen de aandrang om wauw te roepen (zie bespreking).

Het verhaal van deze groep begint in 2007 als Félix Vincent, illustrator bij het kleine platenlabel Catapulte Records, in een Frans ziekenhuis René Cadet tegen het lijf loopt. René dompelt Félix onder in de muziek van Réunion, het eiland waar hij vandaan komt. Drie muzikanten (basgitaar, percussie/zang en drums) vervoegen de twee gitaristen en Commandant Cadet & Les Pythons de la Fournaise zijn een feit. De groepsnaam verwijst naar de gelijknamige vulkaan, tevens de hoogste piek van Réunion. Muzikaal gaan ze aan de slag met Séga, een populaire stijl in RéunionMauritius en de Seychellen. Traditionele Maloya versmelt hier met Caribische ritmes en invloeden uit Oost-Afrika, inclusief een onmiskenbaar Franse toets. Sinds 2010 maken de 'commandant' en zijn gevolg Franse bars en festivals onveilig met hun aanstekelijke sound en in 2012 leveren ze een mooi verpakt visitekaartje af in de vorm van hun mini-LP 'Premie Viraz'. We horen zes magnifieke nummers die in een aangenaam sixties/seventies sfeertje baden. Heerlijke vocalen in het Creools, pittige ritmes, een vleugje psychedelica, meer moet dat niet zijn!

Wanneer we vernemen dat deze groep in België passeert voor een exclusief concert, zijn we er als de kippen bij om tickets te reserveren. Op donderdag 31 oktober is het zover en maken we ons op voor een feestelijke avond in Espace Senghor. Commandant Cadet & Les Pythons de la Fournaise  zijn er uitgenodigd om de dertigste verjaardag van het Brusselse radiostation Radio Panik op te luisteren. De groep kreeg ondertussen versterking in de vorm van een extra zangeres en lekker ouderwetse, psychedelische keyboards, waardoor de nummers die we al kenden van hun plaat nog pittiger uit de hoek komen. In het eerste deel serveren ze Ségadeuntjes, zoals Dan Bal Rose, Madina, Pecheur Quat Sous en de van het mini album gekende nummers Sega Bello en Maloya Créole. Soms gooien ze er een vleugje funk bovenop (Caloubadia van Alain Péters) of reggae (Coq Liberté). Naast René Cadet laten ook de twee dames zich niet onbetuigd, met hun Creoolse zangpartijen komen ze bij momenten opvallend sterk uit de hoek. We noteren twee liedjes, bekend van Michou (Ca un affaire ça en  Maloya Ton Tisane). Na de pauze drijven ze het tempo eerst nog even flink op met Charlie O, Iléou Lot en een sublieme, psychedelische versie van het instrumentale Ton Petit Gueule Rose. Daarna begeven enkele muzikanten zich tussen het publiek, waar ze de percussie flink de hoogte in jagen tijdens Waio ManMan (opnieuw  eentje van Alain Péters). Dit allemaal als opwarmertje voor het 'tweede' concert dat ze voor ons in petto hebben, want aansluitend belanden ze allemaal in een open cirkel tussen het publiek, waar ze jong en oud ophitsen met trancy, door traditionele percussie voortgestuwde Maloya à la  Granmoun Lélé . Vooral Félix blinkt uit met wilde, vocale uithalen. Eigenlijk krijgen de toeschouwers op die manier twee concerten voor de prijs van één! Enkele deejays van dienst houden de temperatuur na het optreden op peil met verrassend toffe muziekjes. Voor de meeste aanwezigen geldt deze avond vermoedelijk als een eerste kennismaking met de muziek van Réunion, een introductie die hopelijk naar meer smaakt.

We kijken nu nog meer uit naar een eerste full cd van Commandant Cadet & Les Pythons de la Fournaise. Bekijk hieronder een kort stukje uit de Maloyaset en een ouder filmpje. Het mini-album kan je volledig beluisteren via Spotify!

 
Les Pythons de la Fournaise from jbdelorme on Vimeo.

http://www.catapulterecords.com/cataloguePythons.html

vrijdag 18 oktober 2013

Dithen @ Art Base (Brussel)


Op vrijdag 20 september trokken we naar Art Base, sinds geruime tijd ‘the place to be’ voor liefhebbers van Griekse muziek. Op het programma stond een concert van Dithen, een ensemble uit Athene dat zich al sinds 1994 toelegt op rebetiko en andere muziektradities uit Klein-Azië, Constantinopel en de Griekse eilanden. In 2008 brachten ze een eerste cd uit met als titel Glikias Avgis Adamoma.

Vivi Voutsela (zang, percussie), Yannis Karamanis (gitaar, zang), Nikos Mourgelas (kanonaki) en Pantelis Agioutantis (viool) bijten de spits af met een karsilama, dat is een traditionele dans uit Klein-Azië. Vervolgens gaat de reis van Constantinopel richting Cycladen, Lesbos en Dodekanesos. Er passeren minder bekende stukken, maar ook aanstekelijke rebetikoklassiekers in de smyrneikavariant, waaronder Aman Katerina Mou (Panagiotis Toundas), Pou Na Vro Gynaika Na Sou Moiazei (Antonis Diamantidis Dalgas) en het speelse Tik Tak Kanei H Kardia Moy (Markos Vamvakaris). Met Dimitroula Mou en Arapina Mou Skertsoza duiken ze in het repertoire van de legendarische diva Roza Eskenazi. Men waagt zich echter niet aan vocale improvisaties (Aman aman,…). Het concert kleurt, zeker voor de pauze, braafjes binnen de lijntjes, met de focus op snellere, vlotte deuntjes. Het mocht voor ons wat intenser, maar wellicht zijn we te verwend.

Na de pauze wordt het publiek nadrukkelijk verzocht de benen te strekken, wellicht om de 'Café Aman' atmosfeer van weleer nieuw leven in te blazen. Dit komt de gezelligheid en levendigheid ten goede, maar het bijhorende geroezemoes zet een domper op de muzikale beleving en sommigen weten niet van ophouden…. waardoor ook rustige momenten overstemd worden door luidruchtige praters. De meerwaarde t.o.v. een ordinair restaurantoptreden dreigt in een dergelijke constellatie verloren te gaan. Laat dat nu net het kwaliteitslabel zijn dat deze locatie zo aantrekkelijk maakt voor muzikale fijnproevers en meerwaardezoekers! Toch piekt de groep na de pauze, er komt meer verfijning in het spel van viool en kanonaki, terwijl we genieten van mooi uitgebalanceerde samenzang. Als hoogtepunt noteren we een knappe interpretatie van Apo Ta Glyka Sou Matia. De hoge tonen van Misirlou blijken daarentegen iets te hoog gegrepen voor zangeres Vivi Voutsela. Bekijk hieronder een fragment uit het concert.



http://dithen.gr
http://www.youtube.com/user/nimokan/videos

dinsdag 15 oktober 2013

Seun Kuti @ De Roma (Antwerpen)


Foto’s: Sebastiansvisuals 

Deze blog heeft wegens een te drukke agenda even op apegapen gelegen. Hoog tijd om de draad opnieuw op te pakken! Op donderdag 5 september trokken we naar De Roma voor de aftrap van het nieuwe concertseizoen. De eer viel te beurt aan Seun Kuti, zoon van de illustere Nigeriaanse held Fela Kuti (1938-1997). We hoeven Seun niet meer voor te stellen, want hij kwam al enkele keren aan bod op deze blog. Zo passeerde hij op 1 mei nog in Brussel voor een gratis concert met Egypt 80, de legendarische groep van papa Fela. (zie blogverslag).

Eigenlijk hebben we niet veel nieuws te melden bij het optreden in De Roma, want setlist inclusief bindteksten verliepen quasi identiek. De klank was gelukkig minder erbarmelijk dan in Brussel, maar nog altijd voor verbetering vatbaar. Zo onderging het publiek tijdens You can run een minutenlange, oorverdovende fluittoon, wegens een technische storing. Had de geluidsman van dienst dit niet in de gaten? Voor de rest genoten we alweer van de bekende stomende Afrobeatsound met ITT (een oud nummer van Fela), Mr. Big Thief, African Airways, Kalakuta Boy en een extra lang uitgesponnen The Good Leaf. Een bis zat er niet in, maar wel goed nieuws! Een nieuwe generatie is in de maak, getuige het bolle buikje van één van de zangeressen!


http://en.wikipedia.org/wiki/Seun_Kuti

Discografie:
Many things (2008)
From Africa with fury: rise (2011)

zondag 15 september 2013

Festival d’Art @ Hoei: 'Osvaldo Hernandez-Napoles' + 'Ablaye Cissoko & Volker Goetze'


Foto’s: (c) Didjiemde

Elke zomer proberen we minstens één avond mee te pikken van het Festival d'Art in Hoei, een festival waar wereldmuziek, folk, jazz en een beetje avant-garde aan bod komen. We maakten er de voorbije jaren uiterst sterke concerten mee van o.a. Karim Baggili, Ghalia Benali en Malick Pathé Sow. Als pluspunten noteren we de perfect afgestelde klank en een publiek van fijnproevers. Tijdens rustige momenten kan je er een speld horen vallen, iets wat we niet gewoon zijn bij de meeste festivals. Het Festival d'Art vond deze zomer plaats tussen 17 en 21 augustus, met dagelijks twee optredens in het Couvent des Frères Mineurs, plus elke dag een gratis concert in de Saint-Mengoldkerk. Op maandag 19 augustus waren we present in het oude Minderbroederklooster voor Osvaldo Hernandez-Napoles en Ablaye Cissoko & Volker Goetze.

Osvaldo Hernandez-Napoles is een Mexicaanse muzikant die al meer dan twintig jaar in België woont. Sinds zijn negentiende reist hij rond in Latijns-Amerika, te beginnen bij zijn geboorteland Mexico, op zoek naar traditionele instrumenten. Indianen, afstammelingen van Afrikaanse slaven en verschillende generaties Europese kolonisten, allemaal lieten ze muzikale sporen achter in de vorm van kleurrijke instrumenten, waarbij een ongelooflijk amalgaam van percussie. De zoektocht levert niet alleen een indrukwekkende verzameling op, de getalenteerde muzikant maakt zich de verschillende technieken van al die instrumenten eigen en integreert ze in zijn muziek. In 2011 verschijnt zijn eerste soloalbum Tierra (zie blogbespreking), een sfeervolle, introspectieve cd, waarvoor hij intensief samenwerkt met Karim Baggili. In Hoei stelt hij zijn gloednieuwe project Quilombo voor het eerst live voor. Quilombo verwijst naar de toevluchtsoorden voor gevluchte slaven, die in Mexico, de Caraïben, Brazilië en de rest van Zuid-Amerika te vinden waren en waar later ook indianen hun toevlucht zouden zoeken tegen de blanke overheersers. De Quilombo’s staan symbool voor een Afro-Latijns-Amerikaanse broederschap, die onlosmakelijk verbonden is met muziekritmes zoals ‘Son Jarocho' (Mexico), 'Cumbia' (Colombia), 'Festejo' (Peru) en 'Xote' (Brazilië). Om een dergelijke muzikale smeltkroes vorm te geven, omringt Osvaldo Hernandez-Napoles zich met een vernieuwde groep muzikanten uit diverse windstreken. Afrikaanse en Latijns-Amerikaanse percussie krijgt daarbij een prominente rol toebedeeld. Dit resulteert in een uiterst geslaagde, sprankelende cd waar de levensvreugde van afspat (uitgegeven bij Home Records).

In Hoei deelt Osvaldo Hernandez-Napoles (rabeca, gitaren, kalimba, percussie & zang) het podium met Osman Martins (cavaquinho, akoestische gitaar, percussie), Yani Ait Aoudia (ngoni, accordeon, jarana, percussie), Serigne Thiam (Afrikaanse percussie) en Patricia Van Cauwenberge (Latijns-Amerikaanse percussie). Gastmuzikant Mamadou Dramé (kora, zang) doet net als op de cd mee tijdens enkele nummers. Ze steken van wal met 'Afrodescendiente', een zonnig liedje, waarin accordeon en gitaar voortgestuwd worden door uitbundige percussie. Osvaldo’s stem geraakt echter niet opgewarmd en zal jammer genoeg het hele concert de zwakste schakel blijven. Twee rustiger nummers volgen, de melancholische instrumental 'Meu Xote' en 'Coplas al sol y a la luna', waarbij zowel de kora van gastmuzikant Mamadou Dramé als de fragiele zang bedolven geraken onder een percussiebombardement. Hoe verder het concert vordert, hoe pijnlijker duidelijk wordt dat deze groep absoluut onvoldoende ingespeeld is. Het klinkt rommelig, onzeker en stroef, alsof de muzikanten nog op zoek zijn naar de juiste noten. Zo mist het aan Nelson Mandela opgedragen 'Festejando a madiba', dat op de cd lekker wegswingt, de broodnodige souplesse. Herhaaldelijk langdradige uitleg tussen de nummers werkt ook niet bepaald bevorderlijk voor de vaart. Dit concert is dus geen hoogvlieger, toch gunt het welwillende publiek de sympathieke muzikanten een bis, die er komt in de vorm van het aanstekelijke ‘Cumbia Quilombo’. Osvaldo en co. krijgen een tweede kans op 2 november 2013, want dan stellen ze Quilombo opnieuw  voor in Zaal Molière. Beluister hier fragmenten uit de cd!

Eén van de meest beklijvende concerten die ik mij kan herinneren is dat van Ablaye Cissoko in 2004 op Sfinks. Op zijn eentje bracht deze artiest uit Senegal de hele clubtent in vervoering met subtiel koraspel. Maar nog meer waren het de melodieuze liedjes, gezongen met een mooie, breekbare stem, die dit optreden voor mij zo memorabel maakten. In 2010 zagen we Ablaye terug in Zaal Molière. Dit concert beklijfde eveneens in al zijn prachtige eenvoud. Er passeerde een liedje (‘Bouba’) uit Sira, een bijzonder knappe cd die hij in 2008 maakte met de Amerikaans-Duitse jazztrompettist Volker Goetze. Dat Ablaye Cissoko openstaat voor verrassende kruisbestuivingen, hebben we ondertussen begrepen. Zo participeerde hij o.a. aan het project Odisea Negra met Ensemble La Chimera. Samen wagen ze zich aan traditionele muziek en polyfonie uit Afrika, Europa en Centraal-Amerika uit de zestiende Eeuw. Ablaye werkte ook samen met Ensemble Constantinople en maakte het album African Jazz Roots met Simon Goubert. In 2012 verscheen Amanké Dionti, waarop Ablaye Cissoko zijn samenwerking met Volker Goetze succesvol verderzet.

In Hoei staat het tweetal in voor een kippenvelconcert vol magie! Ablaye zingt met zijn breekbare, melancholische stem, speelt poëtisch en verstild, terwijl Volker de meeslepende melodieën fijntjes bijkleurt met trompet en er soms lijkt bij weg te dromen. Het duo biedt ons een onweerstaanbare, harmonieuze ontmoeting tussen traditionele West-Afrikaanse muziek en meditatieve jazz. We herkennen o.a. Haiti, Faro, Miliamba, kana maloundi (over vrouwelijke huisslaven), Bouba en Sira. Tussendoor heeft Ablaye het over baby’s, maakt grapjes over het verschil tussen Westerse en Afrikaanse vrouwen en vertelt het verhaal van een rijke man (Manssani Cisse) en het arme jonge meisje Binta. Een staande ovatie is hun deel en als bis opteren ze voor Lountang. Klasse!

 
http://www.motema.com/artist/ablaye-cissoko-volker-goetze
http://www.volkergoetze.com
http://www.ablaye-cissoko.com

donderdag 12 september 2013

‘Shakara United’ van Shakara United


Fela Kuti (Nigeria) verwisselde in 1997 het tijdelijke met het eeuwige, maar zijn Afrobeatmicrobe laat zich niet zomaar uitroeien. Zonen Femi Kuti (°1962) en Seun Kuti (°1983) houden de strijdbare muzikale erfenis in ere en nooit eerder kwamen er zoveel groepjes uit diverse windstreken aangewaaid die met het genre in de weer zijn. Enkele voorbeelden (sommigen passeerden reeds op deze blog): Antibalas (USA), Mdungu en Jungle By Night (Nederland), The Souljazz Orchestra (Canada), Les Frères Smith (Frankrijk), London Afrobeat Collective (Groot-Brittannië), Kingdom Afrocks (Japan) en The Public Opinion Afro Orchestra (Australië).

Tien jaar geleden leek het er nochtans op dat Afrobeat als stroming naar de marge verdrongen was. In die tijdsgeest pionierde de Belgian Afrobeat Association. Ze maakten het mooie weer op de zomerse festivals en leverden één memorabele cd af (The King is among us).

Nu Afrobeat onmiskenbaar terug in de lift zit, vonden enkele ex-leden van de groep een nieuwe uitlaatklep voor hun muzikale passie met Shakara United. ‘Shakara’ is Pidgin English voor bluf, we hebben hier immers te maken met 'arrogante blanken die denken ook even wat afrobeat te mogen spelen'! De ex-Belgian Afrobeat Association-muzikanten van dienst zijn Stefaan Blancke (baritonsaxofoon/trombone), Marc Meeuwissen (trombone), Steven Van Gool (bas), Dirk Timmermans (trompet) en Babs Jobo H. (percussie). Zij worden vergezeld door Eric Morel (saxofoon), Peter Van den Berghe (toetsen), Ken Pichal (gitaar), Jelle Van Giel (drums) en Sarah Van Impe (percussie). Deze uit de kluiten gewassen groep weet zich op de cd extra ondersteund door enkele gastmuzikanten.

Op het debuutalbum figureert één knappe cover in de vorm van 'Bukom Mashie' (Oscar Sulley). Voor de rest laten ze allemaal eigen composities op de luisteraar los. Shakara United kruidt de herkenbare stomende afrobeatklanken met een persoonlijke toets. We horen dampende, funky ritmes met hier en daar verrassende jazzy improvisaties en een vleugje latin. In opener ‘Food, water & shelter’ smelt strakke witte funk à la Talking Heads samen met Fela’s volle blazerssound. Tijdens 'Kukunanatzi' en 'Modern Times' komt een flinke scheut Zuid-Afrikaanse Township Jive bovendrijven en 'Afrofolk' bevat, zoals de titel belooft, een folky melodietje waarop volksdansliefhebbers probleemloos kunnen meehuppelen. Het album wordt afgerond met 'Bye WCC Zuiderpershuis bye', een warme ode aan het Antwerpse Wereldculturencentrum, waar ze hun cd oorspronkelijk live zouden opnemen. Omdat het Zuiderpershuis vorig jaar plotseling definitief de deuren moest sluiten, week de groep uit naar de legendarische Jet Studio.

Shakara United voegt met dit aanstekelijke schijfje een voorbeeldige Belgische bijdrage toe aan de Afrobeatkoorts. Je kan het op cd of vinyl aanschaffen via deze link en beluisteren op http://shakaraunited.bandcamp.com. Live komen hun energieke grooves ongetwijfeld nog beter tot hun recht. Raadpleeg de lijst met gigs op hun website. Op 22 september spelen ze in Gent (Festival van Vlaanderen).

 

http://shakaraunited.be

woensdag 14 augustus 2013

‘Cumbia Insomnia’ van Maguaré


De opzwepende (retro)cumbia van de Belgisch-Colombiaanse groep Maguaré op het Festival d' Art  in Hoei (zie concertverslag) haalde in 2012 een ereplaats in mijn eindejaarsoverzicht. Centraal staat de Colombiaanse zangeres en podiumpersoonlijkheid Paola Marquez. Verder bestaat het elftal uit drie traditionele percussionisten uit Colombia en Chili, een basgitarist en een magnifieke 5-koppige blazerssectie. Jonas De Rave (accordeon & toetsen) kennen we ook van zijn eigen ensemble Maggid. Op woensdag 27 maart trokken we naar De Centrale (Gent) voor een try-out met voorproefjes uit hun debuutalbum Cumbia Insomnia. We genoten van een explosieve sound, Paola’s wendbare stem en energieke uitstraling, de ongelooflijk geoliede blazerssectie, het fijne accordeonspel en …. verrassend avontuurlijke nieuwe composities zoals het met afrobeatinvloeden doorspekte 'La Limitacion', het zwoele 'Fanny G' en 'Optimismo Infernal' (inclusief rap van Paola).

Dit is nu allemaal te beluisteren op de cd Cumbia Insomnia (uitgegeven bij Zephyrus). De schijf bevat een verkwikkend staalkaartje van alles waar Maguaré voor staat. Ze pakken uit met maar liefst acht eigen nummers, waarvan de swingende titelsong en 'El Fremdeling' als vintage sixties 'Discos Fuentes' cumbia klinken. Regelmatig is het snoepen van breed uitwaaierende, inventieve blazerpartijen, bijvoorbeeld tijdens La Luxemburguesa en het al vermelde 'Fanny G', waarin de jazzy vocalen van Paola op hun sensueelst naar boven komen. Ook het bekende Mi Cumbia krijgt dankzij het ingehouden ritme een extra prikkelende uitvoering mee en in het al even opwindende 'Optimismo Infernal' zet Paola een pittige scatty rap neer in retrojazzstijl. Het instrumentale 'Cumbia de Blankenberge' laat de groepssound even transformeren tot die van een feestelijke brassband, terwijl ze met het door percussie voortgestuwde  'Noche Ausente' de traditionele toer opgaan à la Toto La Momposina. Enkele kleppers uit hun liverepertoire mochten vanzelfsprekend niet ontbreken, zoals de heerlijke cumbia-vallenato klassieker 'Ritmo de Juvendad' en het heftig springerige 'Lupita'.

Dat Maguaré een Belgische groep is, staat buiten kijf! De cd sluit af met een cumbiapastiche van Dominique, waarmee Soeur Sourire zaliger in 1964 een wereldhit scoorde. Een plezant eerbetoon, maar toch niet meer dan een knipoog. Veel spannender gaat het eraan toe tijdens Jungle Fever, in 1972 een culthit van de eveneens Belgische Chakachas. Paola kreunt en steunt dat het een lieve lust is, maar de hitsige trombone zorgt voor de onweerstaanbare finishing touch!

Voor de glasheldere productie deed Maguaré een beroep op Mario Galeano (Frente Cumbiero, Ondatropica) en Eblis Alvarez (Meridian Brothers). Maguaré levert een ijzersterk visitekaartje af en bewijst eens te meer dat hun cumbia niet onderdoet voor de beste internationale voorbeelden!

Maar eigenlijk moet je Maguaré live meemaken! Van 14 tot 18 augustus spelen ze dagelijks op diverse locaties in het kader van De Zomer van Antwerpen (Muziek in de wijk). Op 23 augustus staan ze op het Leuvense Colora Festival en op 25 augustus volgt  Polé Polé Beach in Oostende. Raadpleeg hun agenda voor meer concerten!


http://www.maguare.be/
http://www.zephyrusvzw.be/

woensdag 31 juli 2013

Afrikafestival @ Hertme (Nederland) – verslag zondag 7 juli

Foto's: Maarten Kerkhof

Tijdens het eerste weekend van juli waren we present in het Nederlandse Hertme voor de vijfentwintigste editie van het Afrikafestival. Het verslag van zaterdag 6 juli kon je vorige week al lezen op deze blog. Ook op zondag bleven de weergoden gunstig gestemd, het terrein liep al in de vroege namiddag aardig vol en dat zou zo blijven tot op het einde.

Foto: Maarten Kerkhof

Rajéry (Madagaskar) mag de spits afbijten. Net als in 2006 weet hij het publiek danig op te zwepen met zijn spontane uitstraling en vingervlugheid op de valiha (bamboeharp). Swingende liedjes zoals Sofera worden afgewisseld met twee intieme stukjes A Capella. Een dergelijke gedreven en gevarieerde set heeft geen nood aan extra stimuli. Het veelvuldig aansporen tot meezingen en meeklappen werkt daarom averechts bij ondergetekende, maar laten we het deze opmerkelijke artiest vergeven, want dit blijft prachtige muziek om duimen en vingers bij af te likken! Bekijk hieronder een fragment van zijn concert uit 2006.

 

Foto: Maarten Kerkhof

We popelden om eindelijk Oliver ‘Tuku’ Mtukudzi (Zimbabwe) voor het eerst live aan het werk te zien, een kans die we niet vaak krijgen. De organisatie wist hem te strikken voor een exclusief concert. Oliver Mtukudzi bracht onlangs de schitterende cd Sarawoga uit, opgedragen aan zijn zoon Sam Mtukudzi, die in 2010 om het leven kwam bij een auto-ongeval.

Voor het podium staat een stevige delegatie landgenoten paraat met vlaggen en uitbundig gejoel om hun held te verwelkomen. Dit doet even denken aan de beginjaren van de Beatlemania. Oliver ‘Tuku’ Mtukudzi & The Black Spirits laten zich hierdoor niet van de wijs brengen, maar leveren een ingetogen set vol relaxed wiegende nummers zoals we ze kennen van Tuku’s knappe platen (hij bracht er de laatste 35 jaar meer dan 50 uit). We herkennen o.a. opener Andinzwi ('Do you have to die to be a hero') uit Ndega Zvangu en Hear me Lord uit Shanda waarbij we intens genieten van zijn hartverwarmende stem en fijne gitaarspel.

‘In Zimbabwe maken we nooit zomaar wat muziek, er is altijd een boodschap. Sommigen denken dat het leven vroeger eenvoudiger was, maar het leven is nooit simpel’ verkondigt de artiest en hij voegt de daad bij het woord door een lied uit te kiezen waarin hij het tegendeel zingt, namelijk het heerlijk kabbelende  Mutserendende uit Paivepo. Na Neria, een bloedstollende ballade over een vrouw die na de dood van haar echtgenoot de schoonfamilie tegen zich krijgt, volgt What shall we do (over de aidsproblematiek). Enkele toehoorders klimmen onverwacht op het podium en sturen met hun aanstellerige gedrag de planning van de groep danig in de war. Op die manier eindigt het concert abrupt en in mineur, want op een toegift hoeven we nu niet meer te hopen!

Daarmee zijn we aanbeland bij een klein pijnpunt van het festival. Het ontbreken van dranghekken en security heeft een positieve invloed op de gemoedelijkheid en familiale sfeer, maar af en toe ingrijpen zou geen kwaad kunnen. Toeschouwers horen naar mijn bescheiden mening niet thuis op het podium, tenzij de artiest er zelf toe oproept! En ouders mogen hun schattige kleintjes op het podium neerzetten, maar hun kroost laten spelen en rollebollen tussen de apparatuur getuigt van weinig respect voor de artiesten.



Foto: Maarten Kerkhof

De naam Richard Bona (Kameroen/USA) was mij niet geheel onbekend, zijn muziek wel. De reden hiervoor ligt waarschijnlijk in het feit dat hij vooral in de jazzwereld een grote meneer is. Zo wordt hij wel eens de Jaco Pastorius van Afrika genoemd en dat wil wat zeggen als je weet dat deze laatste geboekstaafd staat als één van de allerbeste bassisten uit de geschiedenis. Richard Bona blinkt niet alleen uit omwille van zijn baspartijen, hij zingt ook mooi. De inbreng van de begeleidende muzikanten bestaat uit gitaar, drums, een beetje blazerswerk en keyboards.

Ze steken van wal in jazzmodus met het zwoele Please don’t stop (uit Tiki).  Zo mag de groep best nog even doorgaan, maar er wordt al snel overgeschakeld van het Engels naar het Duala. Tegelijk ruilen ze de subtiele jazzklanken in voor afgeborstelde Afropop waarin het ver zoeken is naar Makossa of andere pittige ritmes. Stem en liedjes blijven best te pruimen, maar de wansmakelijke keyboards doen het geheel regelmatig verzwelgen in een bombastische sound, die gladjes en gedateerd overkomt. De glitsy discojazz waar artiesten à la George Benson of Al Jarreau in de jaren tachtig mee uitpakten is niet ver weg. Voeg daar een barslechte klank aan toe en je weet dat dit geen topconcert is. Toch noteer ik de sympathieke Richard Bona als ontdekking. Na het concert beluisterde ik zijn laatste album Bonafied, waarop hij sierlijke jazz vermengt met akoestische folk en ingetogen Afrikaanse ritmes. Een aanrader! Bekijk hieronder een kort fragment van het concert met het nummer 'Diba la Bobe', een klein hoogtepuntje ondanks de technische storingen!


Foto: Maarten Kerkhof

Op naar Daby Touré… Tijdens het vorige decennium verschenen van deze singer-songwriter met roots in Mauritanië weliswaar twee veelbelovende albums bij het prestigieuze Real World (Diam in 2004 en Stereo Spirit in 2007), maar sindsdien hebben we niets noemenswaardigs meer vernomen van de man. In 2008 viel zijn saaie optreden in Hertme me tegen, maar op anderen maakte hij een betere indruk, want Daby Touré werd aangezocht om de feestelijke vijfentwintigste editie van het Afrikafestival af te sluiten.

Het lijkt op een bangelijk déjà vu! Daby Touré brengt dezelfde mooie, maar inwisselbare liedjes mee, hij haalt opnieuw te gretig uit met dat irritante falsettostemmetje en weet er bij gebrek aan muzikale variatie niets originelers bij te verzinnen dan flauwe spelletjes met het publiek. Daby Touré is glansrijk geslaagd als animator voor Club Med! Bekijk hier een fragment.

Hiermee krijgen we niet de waardige afsluiter die Hertme verdient, maar we mogen beslist gewagen van een geslaagd jubileum en alle mensen bedanken die een dergelijk uniek festival al 25 jaar lang mogelijk maken. Op naar de volgende editie!

Ik profiteer graag van de gelegenheid om het fantastische jubileumboek in herinnering te brengen. Het boek verscheen in juni (zie bespreking) en is verkrijgbaar zolang de voorraad strekt!

Op dit Youtubekanaal kan je kwaliteitsvolle opnames van het festival bekijken.

Meer info: www.afrikafestivalhertme.nl